Responsive image

Artikel 26 Boetes

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 26 Boetes

1. Een toegelaten CBAM-aangever die uiterlijk op 31 mei van elk jaar niet het aantal CBAM-certificaten inlevert dat overeenstemt met de ingebedde emissies in de in het voorafgaande kalenderjaar ingevoerde goederen, wordt een boete opgelegd. Die boete is gelijk aan de in artikel 16, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG bepaalde boete wegens overmatige emissie, en wordt op grond van artikel 16, lid 4, van die richtlijn verhoogd, van toepassing op het jaar van invoer van de goederen. Een dergelijke boete geldt voor elk CBAM-certificaat dat de toegelaten CBAM-aangever niet heeft ingeleverd.

2. Indien iemand anders dan een toegelaten CBAM-aangever goederen het douanegebied van de Unie binnenbrengt zonder aan de verplichtingen uit hoofde van deze verordening te voldoen, wordt die persoon een boete opgelegd. Een dergelijke boete is doeltreffend, evenredig en afschrikkend en bedraagt, met name afhankelijk van de duur, ernst, omvang, opzet en herhaling van de niet-naleving en de mate van medewerking van die persoon met de bevoegde autoriteit, drie- tot vijfmaal de in lid 1 bedoelde boete, die gold in het jaar waarin de goederen in de handel zijn gebracht, voor elk CBAM-certificaat dat die persoon niet heeft ingeleverd.

3. De betaling van de boete ontheft de toegelaten CBAM-aangever niet van zijn verplichting om het aantal ontbrekende CBAM-certificaten in een bepaald jaar in te leveren.

4.

Indien de bevoegde autoriteit, mede in het licht van de voorlopige berekeningen die de Commissie overeenkomstig artikel 19 heeft gedaan, oordeelt dat een toegelaten CBAM-aangever heeft verzuimd te voldoen aan de in lid 1 van dit artikel bepaalde verplichting om CBAM-certificaten in te leveren, of dat een persoon goederen heeft binnengebracht in het douanegebied van de Unie zonder de verplichtingen uit hoofde van deze verordening zoals bepaald in lid 2 van dit artikel, na te komen, legt zij, naargelang het geval, de boete op grond van respectievelijk lid 1 of lid 2 van dit artikel op. Daartoe stelt de bevoegde autoriteit de toegelaten CBAM-aangever of, indien lid 2 van dit artikel van toepassing is, de persoon, in kennis van:

a) het feit dat de bevoegde autoriteit tot de conclusie is gekomen dat de toegelaten CBAM-aangever of de in lid 2 van dit artikel bedoelde persoon heeft verzuimd te voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van deze verordening;

b) de redenen voor haar conclusie;

c) het bedrag van de aan de toegelaten CBAM-aangever of aan de in lid 2 van dit artikel bedoelde persoon opgelegde boete;

d) de datum waarop de boete is verschuldigd;

e) de stappen die de toegelaten CBAM-aangever of de in lid 2 van dit artikel bedoelde persoon moet ondernemen om de boete te betalen, en

f) het recht van de toegelaten CBAM-aangever of van de in lid 2 van dit artikel bedoelde persoon om beroep in te stellen.

5. Indien de boete niet binnen de in lid 4, punt d), bedoelde termijn is betaald, verzekert de bevoegde autoriteit zich van de betaling van die boete met alle middelen die haar uit hoofde van het nationaal recht van de betrokken lidstaat ter beschikking staan.

6. De lidstaten delen de in de leden 1 en 2 bedoelde besluiten tot boetes mee aan de Commissie en registreren de in lid 5 bedoelde eindbetaling in het CBAM-register.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.